opdrachtgever:
Zelfstudie
locatie:
Olympisch dorp in het IJmeer, te Amsterdam
programma:
Olympisch Zwemcomplex
omvang:
Inhoud:451120m³ Oppervlak:11966m²
status:
Ontwerp
omschrijving:
'Verbruggen: Nederland kan Olympische Spelen aan'-de Volkskrant
'Staatssecretaris gelooft in sport als bindmiddel van samenleving'-de Volkskrant
'Meerderheid wil Olympische Spelen 2028 in Nederland'-TNS NIPO
'Bouwen aan een sportklimaat op Olympisch niveau'-NOC*NSF
Kranten openen geregeld met berichten die wijzen op de mogelijke kandidatuur van Nederland voor de Olympische Spelen van 2028. NOC*NSF nam het initiatief om nader onderzoek te doen naar de haalbaarheid van en het draagvlak voor de organisatie van de Spelen in Nederland.
In 1928 werden de Olympische Spelen in Amsterdam gehouden. In 2028, honderd jaar later, lijkt de tijd rijp voor een vervolg.
Atelier IJ-as, een afstudeeratelier van 15 personen onder begeleiding van René van Zuuk, heeft naar aanleiding hiervan haar visie vertaald in het Masterplan 'Olympische Spelen Amsterdam 2028'.
In het concept ligt de nadruk op de 'lijn', een verbindend element tussen de diverse accommodaties van de Olympische Spelen. Aan deze lijn ligt ook de drager van het plan: Nieuw Pampus, een nieuw te ontwikkelen eiland in het IJmeer waar het olympisch dorp en diverse sportaccomodaties zijn gelegen. Onderdeel van het plan is mijn ontwerp voor het Olympisch zwemstadion.
De opgave bestaat uit het ontwerpen van het zwemcomplex voor de Olympische spelen. Hierin zullen de Olympische zwemsporten (wedstrijdzwemmen, waterpolo, schoonspringen en synchroonzwemmen) plaatsvinden.
Een belangrijk aspect tijdens mijn afstudeeraanloopproject is het ontwerpen met wetmatigheden. Ik heb daarom ter verdieping en verregaande interesse een onderzoek uitgevoerd naar wetmatigheden binnen de architectuur.
Uit het onderzoek heb ik geconcludeerd dat wetmatigheden bestaan uit structuren die je weer kunt zien als patronen. Een patroon is een configuratie van zaken waardoor een zekere voorspelbaarheid ontstaat.
Zo kunnen we ons afvragen of het niet zo is dat voor elk object regels te vinden zijn. Het vinden van herkenning van iets aan iets, het zoeken van wetten en regels, zodat alles in een wetmatigheid kan worden gezet, mits de criteria van de wetten duidelijk worden gemaakt.
Uit mijn onderzoek stel ik dat alle natuurlijke objecten bestaan uit onderdelen, die vaak in verhouding met elkaar staan en een geheel vormen. Elk natuurlijk object heeft zijn eigen ontwikkelingsproces. Uit deze processen zijn vaak wetmatigheden te herleiden.
Het is alleen de vraag hoe we deze wetmatigheden analyseren. Wat zijn hierbij de regels? Hoe worden deze uitgezet en wat is hiervoor bepalend? Met deze informatie ben ik gaan zoeken naar een wetmatigheid binnen de natuur voor het vormen van mijn concept. De gelaagdheid waaruit de aardbodem is opgebouwd, heeft mij zeer gefascineerd en is bepalend voor het ontwerp geworden.
Het concept is dan ook gerelateerd aan deze gelaagdheid. De herhaling van lagen is de wetmatigheid die hierin is te vinden.
Naast dit concept is het gebruik van het gebouw ook een belangrijk onderdeel geweest tijdens het ontwerpproces. Het concept en het gebruik gaan dan ook integraal met elkaar samen.
Zo is vanuit de functie en de constructie de uiteindelijke vorm bepaald. De tribuneringen volgen de lijn die bepaald is aan de hand van de kromme die zich rondom de zwembaden beweegt. Bij het bepalen van de kromme is de tribunecapaciteit per zwembad bepalend geweest.
Naast deze rondgaande beweging is vanuit constructief oogpunt de ruimte overspannen met een drukboog, die zich vanuit het gebruik gezien om de rondgang heen bolt, waarna deze overloopt in de gevel. Deze gebolde vorm volgt de plattegrondkromme, waarna de vorm is gevormd.
De eindvorm is volgens de conceptuele gelaagdheid in lagen verdeeld. De herhaling van de lagen zijn in een computerscript verwerkt. In een computerscript wordt door middel van programmeertaal de in het computerprogramma aanwezige functies achter elkaar gezet.
De herhaling van de lagen maakt het mogelijk dat het uitteken van een laag door het script herhaald wordt. Dit zorgt ervoor dat het computerscript de gevel vormt aan de hand van de ontwikkelde totaalvorm. Het voordeel hiervan is dat met dit script elke willekeurige vorm op te delen is in lagen. Door de vormentaal van het concept tot diep in het ontwerp door te voeren, (dat wil zeggen: het ontwerp sluit tot in detail integraal op elkaar aan) ontstaat er een ontwerp dat in alle facetten op elkaar aansluit. Het is een eenduidig geheel.
|